Energiemagie

Bijna tien jaar geleden bedacht ik de naam Diadox, destijds voor het loopbaanadvies dat ik freelance wilde geven. De naam is een samentrekking van dialoog en paradox, met als ondertitel: stilstaan om vooruit te komen. Het was wat ik aan anderen wilde meegeven, en ik had destijds niet door dat het vooral iets was wat ik te leren had (en vaak nog heb) in dit leven.

Inmiddels lukt het me best aardig om een balans te hebben en houden tussen inspanning en ontspanning. Tussen hollen en stilstaan. Tussen zorgen voor een ander en zorgen voor mijzelf. Dus toen ik voor vandaag afsprak om mijn schoonmoeder uit het ziekenhuis te zullen halen, wist ik dat ik ook ergens vandaag een wandeling in het bos van mijn jeugd zou maken.

Ik loop na het avondmaaltje dat mijn vader heeft gekookt richting de watermolen. Daar aangekomen baal ik er een beetje van dat ik mijn mobiel in mijn tas heb laten liggen. Geen foto’s. Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat ik mijn omgeving veel beter in mijn geheugen opsla.

Zon en wolken wisselen elkaar af, en samen met de stevige wind zorgen ze voor een heldere hemel en zuivere lucht. Ik loop door het draaihek. Vanaf hier zeker geen gemotoriseerd verkeer meer, maar waarschijnlijk kom ik op dit tijdstip helemaal niemand uit dit aardse leven tegen. Ik loop door het eenpersoons holleweggetje van meidoorn.

Links, en dan rechts. Onderlangs de bosrand naar mijn favoriete plekje. De daslook, waar dit feeërieke bos best beroemd door is, is inmiddels uitgebloeid. Ik zie vijftig tinten groen, dat naar me wuift als ware het allemaal kleine kaboutermannetjes en elfenvrouwtjes. Bramenstruiken, hazelaars, brandnetels, koekoeksbloemen, duizendschoon, jonge beukenscheuten. Ik kijk naar boven. Eigenlijk voel ik me weer net zo klein als toen. Ik realiseer me dat de bomen in dertig jaar natuurlijk behoorlijk gegroeid zijn.

Toen liep ik hier regelmatig met onze hond. Of met mijn broer en de overbuurjongen, wadend door de beekjes op zoek naar vuursalamanders. Nu loop ik hier met Knoet. Ik hoor meesjes kwetteren en merels neurieën, terwijl de wind de takken laat kraken en de stammen laat piepen. Ik kom inderdaad geen mens tegen.

Ik kom uit bij het plekje waar een houten bouwwerk het beekje overbrugt. Ik zie dat mensen of mensenkinderen een soort van tent van takken hebben gebouwd tegen het beekje aan. Ziet er altijd soort van aantrekkelijk huiselijk uit. Aan de andere kant hangt een boom over de beek. Het is een andere boom dan vroeger, toen Kleine en Grote Zoon wel eens meegingen en via de gevallen boom de beek probeerden over te steken.

Ik loop terug in de richting van mijn ouderlijk huis. Maar natuurlijk niet voordat ik via een soort van kleiglijbaan tussen twee wilgen door het heuvelachtige weiland ben ingelopen, Knoets neus achterna. Hier leeft een mooie herinnering: sleeën met de overburen, hun Sint Bernard Bas en mijn broer. Nu staat het weiland vol met lavendelkleurige grashalmen.

Tussendoor is een vaag paadje gevormd. Ik loop naar de beek die door het weiland stroomt. Ik besluit de twee stenen, die ik eerder vandaag vond voor de twee bijzondere vrouwen die ik morgen zie, in het zilveren stroompje te spoelen. Met de Volle Maan zo dichtbij moet dat wel magisch water zijn. Mijn schoenen staan in het zompige groen aan de rand van de beek, precies naast een weelderig groepje vergeet-me-nietjes.

Ik loop terug het bos in, langs de hoge beuken, de vijver met het halfvergane bootje en de zwarte zwaan, door het holleweggetje, langs de watermolen. Nog even en ik ben weer thuis. Opgeladen.

 

2 gedachtes over “Energiemagie

Plaats een reactie